mood indigo amerikaanse bulldog

Menu
informatie

De overheid m.b.t. de American Bulldog.

De American Bulldog is door de FCI niet erkend, daardoor worden ze dus ook niet erkend door de nederlandse kennelclub (Raad Van Beheer).
Hierdoor ontstaan er een aantal punten van aandacht die iedereen moet weten.

In Nederland is in 1993 de RAD van kracht geworden. De RAD is het besluit Regeling Agressieve Dieren, een wet waaruit het Pittbullbesluit is voortgekomen. Hierdoor is het verboden om honden van het Pitbulltype te fokken en te houden. Omdat de Pitbull een niet erkend ras is er een lijst samengesteld met kenmerken die aan dit type hond voldoen. Hierdoor komen alle andere rassen zonder erkende stamboom, die aan het pitbulltype voldoen, ook in gevaar. Zo kan dus ook een American Bulldog op een aantal punten overeenkomsten vertonen met honden van het pittbulltype.

Als je American Bulldog teveel kenmerken heeft van een pitbullachtige, loopt hij/zij het gevaar om in beslag te worden genomen.

American Bulldogs van het "standard" type voldoen eerder aan dit type als een Bulldog van het "classic" type.

De realiteit verteld ons dat een "standard" type hond met de juiste Bulldog (vooral een Bulldogkoptype) kenmerken, niet onder het pittbulltype word gezien.
Echter, door onkundigheid van sommige opsporingsambtenaren blijft dit gevaar bestaan, met alle gevolgen van dien.

Ons streven is dan ook om de dialoog met de overheid aan te gaan om de American Bulldog officieel te kunnen registreren, door een erkend instituut zoals bijv. de Raad Van Beheer (let op, geen erkenning, dit is een heel ander verhaal) waardoor de American Bulldog niet meer in beslag genomen kan worden op basis van de Regeling Agressieve Dieren (verbod op het Pitbulltype).

Bovenal hebben wij als eigenaren natuurlijk de taak om onze Bulldog een onberispelijk imago te bezorgen als zijnde een betrouwbare, maar stevige viervoeter.

Onder deze link vind u de Regeling Agressieve Dieren van de overheid, de wet die dus het verbod regelt op het houden en fokken met pitbullachtige honden.
Link met rechtermuistoets aanvinken, kiezen voor "doel opslaan als", en daarna openen met Acrobat Reader.

Regling Agressieve Dieren


Hieronder een technisch verhaal over het beleid van de overheid in voorkomende zaken.

Nadat de Pit Bull wet in werking is getreden heeft het openbaar ministerie een gezamenlijk beleid afgesproken over de handelswijze bij overtreding van die wet. Dat beleid wordt hieronder weergegeven.

Richtlijn transactie (boete) en strafvorderingsbeleid inzake Pit Bull Terriërs.

In alle gevallen dient tegen de houder van het dier proces-verbaal te worden opgemaakt. Indien inbeslagname heeft plaatsgevonden, wordt het proces-verbaal met de kennisgeving van inbeslagneming en een eventuele afstandsverklaring die door de rechthebbende van het dier is ondertekend binnen 2 x 24 uur naar het openbaar ministerie gezonden.

3.1. Paspoort, tatoeage en identificatiemerk.

Indien niet wordt voldaan aan de voorschriften en voorwaarden, zoals deze zijn opgenomen in artikel 3, tweede lid, onder a en b van de Regeling agressieve dieren, luidt de richtlijn als volgt:

-inbeslagname van de hond.

-dagvaarden van de houder, eis ter zitting: fl. 250 boete en onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen hond.

3.2. Niet kort aangelijnd en/of niet voorzien van een muilkorf (voor honden VOOR 1993 geboren)

Wanneer niet is voldaan aan de voorschriften en voorwaarden het dier kort aan te lijnen en het dier te voorzien van een muilkorf, zoals deze opgenomen in artikel 3, tweede lid, onder c van de Regeling agressieve dieren, luidt de richtlijn als volgt:

3.2.a -niet (op de juiste wijze) kort aangelijnd en niet (op de juiste wijze) voorzien van een muilkorf: OM transactie fl. 700

3.2.b -niet (op de juiste wijze) voorzien van een muilkorf: OM transactie fl. 500

3.2.c -niet (op de juiste wijze) kort aangelijnd: OM transactie fl. 300

3.3 Tweede overtreding/ schade, letsel of gevaarzetting.

Indien voor de tweede maal niet wordt voldaan aan de voorschriften en voorwaarden, zoals deze drie zijn weergegeven onder punt 3.2.a, 3.2.b en 3.2.c of indien er niet wordt voldaan aan de voorschriften en voorwaarden, zoals deze zijn weergegeven onder punt 3.2.b en 3.2.c en daarbij is van schade, letsel of een duidelijke gevaarzetting, luidt de richtlijn als volgt:

-inbeslagname van de hond;

-dagvaarden van de houder,

-eis ter zitting: minimaal fl. 250 boete ( er wordt rekening gehouden met de waarde van de hond) en onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen hond. Het bedrag van de boete kan worden verhoogd gelet op de schade en/of het letsel.

3.4. Niet tonen paspoort/ontvangstbewijs.

Indien uitsluitend niet is voldaan aan de voorschriften en voorwaarden, het dierenpaspoort of ontvangstbewijs bij zich te dragen en dit op eerste vordering van een daartoe bevoegde ambtenaar ter inzage af te geven, zoals deze zijn opgenomen in artikel 3, eerste lid, onder c van de Regeling agressieve dieren, luidt de richtlijn als volgt:

OM transactie fl. 150.

De rasstandaard van de American Bulldog.

Abna Rasstandaard

De Amerikaanse Bulldog is een atletische, temperamentvolle maar stabiele middelgrote tot grote hond die grote kracht, snelheid en zelfverzekerdheid uitstraalt. Het totaalbeeld is dat van oplettendheid en intelligentie. Het stoere en krachtige maar compacte lichaam is bij de reuen karakteristiek gespierder en geblokter dan bij de teven, die wat fijner gebouwd zijn. Wat terughoudendheid tegenover vreemden en andere honden wordt geaccepteerd. Een Amerikaanse Bulldog mag echter nooit overdreven schuw, verlegen of agressief tegenover mensen zijn en bij voorkeur niet overdreven agressief tegen honden. Door zijn onderscheidende lichamelijke en mentale karakteristieken samen met zijn natuurlijke aanleg tot het zijn van de ideale metgezel en werker mag en kan een Amerikaanse Bulldog nooit verward worden met andere rassen dan bijvoorbeeld de Amerikaanse Stafford en de Pitbull terriër.
NB. Amerikaanse Bulldog National Alliance Keurmeesters hebben specifiek een verantwoordelijkheid in het evalueren van zowel het karakter als de structurele confirmatie van de honden. Honden die minder dan acceptabele stabiele karaktereigenschappen vertonen horen uitgesloten te worden van shows.
Door het officieel erkennen van twee verschillende types Amerikaanse bulldogs , "Standaard"en "Classic", eist de ABNA dat deze types apart van elkaar gekeurd worden.
Hoewel de ABNA heeft besloten om twee types te onderscheiden , de Classic (vroeger Johnson) en de Standaard (vroeger Scott) , houd dit niet in dat er geen respect of waardering is voor deze twee heren die zoveel hebben bijgedragen aan het huidige ras. De motivatie achter deze verandering is eenvoudig. We willen ons niet alleen bezighouden met de individuele persoonlijkheden maar willen uitdragen dat er verschillende belangrijke fokkers van de Amerikaanse bulldog zijn geweest.

Maten en gewichten.
De schofthoogte van de reu moet liggen tussen de 56 en 71 cm en het gewicht tussen de 31 en 55 kg . Voor teven ligt de hoogte tussen de 50 en 66 cm en het gewicht tussen de 27 en 45 kilo. Het gewicht moet in proportie staan tot de hoogte en het lichaamstype. De honden moeten in goede conditie zijn en zeker niet te vet of te mager.
Standaard; een slanker ,atletischer type.
Classic; een grote en meer krachtige verschijning.

Kleur.
Geheel of bij voorkeur zoveel mogelijk wit , alle variaties van gestroomd , bruin, rood of leer-achtig worden geaccepteerd.
Geheel zwart , zwart en bruin, en/of elke graad van marmer wordt niet geaccepteerd. Een volledig zwart masker word niet geprefereerd.
Vacht.
Kort , korter dan 2.5 cm variërend van zacht tot stokharig. Langharige of pluizige beharing wordt niet geaccepteerd.



Kop.
De kop is relatief groot en breed maar in proportie tot het gehele voorkomen van de hond. De kop is plat en geeft een bijna vierkante indruk. Er is een "geul" tussen de ogen en de hond heeft een uitgesproken stop. De kop is goed gespierd met goed zichtbare kaken . Een overdreven smal hoofd wordt in beide types niet geaccepteerd. Standaard; Een meer doosvormige kop , iets wigvormiger met een iets minder uitgesproken stop en wat minder gerimpeld.
Classic ; Doosvormige tot bijna vierkante kop met een meer uitgesprokener stop en meer gerimpeld.

Ogen.
De ogen horen rond of amandelvormig te zijn , van middelmatige grootte en wijd uit elkaar te staan. De voorkeur gaat uit naar zeer donker of donkerbruin. Ander kleuren worden geaccepteerd . De voorkeur gaat uit naar voldoende gepigmenteerde oogleden. Schele honden of honden met a-symmetrische ogen zijn onacceptabel.

Snuit.
De snuit is relatief breed en vierkant . De grote kaken horen goed gespierd te zijn, en zijn een toonbeeld van kracht. De lippen zijn vol maar niet overdreven hangend. De voorkeur gaat uit naar goed gepigmenteerde lippen. Een overdreven smalle snuit is onacceptabel.
Standard; de snuitlengte zou 30 tot 40 % van de totale koplengte moeten zijn.
Classic; de snuitlengte zou 25 tot 35 % van de totale koplengte moeten zijn.

Tanden.
Het aantal tanden zou tussen de 42 en 44 moeten liggen en de voorkeur gaat uit naar grote tanden. Echter , de werkende honden mogen niet gestraft worden voor gebroken tanden. Als het medisch gezien nodig is om tanden te verwijderen, dan wordt om een verklaring van een dierenarts gevraagd.

Gebit.
Standard; Een lichte ondervoorbijt en/of een schaargebit wordt geaccepteerd.
Classic; De voorkeur gaat uit naar een ondervoorbijt van minimaal een ½ cm tot maximaal 1.25 cm. Schaargebit is niet acceptabel.
Voor beide types geldt dat de tanden niet zichtbaar mogen zijn als de bek is gesloten.

Neus.
De voorkeur gaat uit naar een zwarte neus maar rood, bruin of grijsachtig wordt geaccepteerd. Een roze of meerkleurige neus wordt niet geaccepteerd.

Oren.
De oren horen medium van grootte te zijn en mogen slap naar beneden hangen of rozenoren zijn . Gecoupeerde oren zijn acceptabel.

Nek.
De nek is zwaarbespierd en eerder kort dan lang. Loopt iets wigvormig van schouders naar kop en is licht gebogen.

Schouders.
De schouders zijn goed bespierd met een uitgesproken definitie en stevige schouderbladen die kracht uitstralen.

Borst.
De borst is diep en breed en geeft de indruk van kracht en atletisch vermogen. Het gehele front is sterk en uitgesproken. De borst zou nooit smal of overdreven breed mogen zijn . De ellebogen horen recht onder de borst te staan en nooit "uit de borst" of naar binnen gedraaid te staan.

Lichaam.
Het lichaam is compact en relatief kort terwijl het krachtig en atletisch in voorkomen is. Goed uitgebalanceerd. Er hoort een goed zichtbare stevige ribbenkast te zijn met een licht ingevallen lende. Het lichaam hoort niet overdreven lang te zijn.

Rug.
De rug is krachtig, breed en relatief kort van lengte. Iets smaller bij de lendenen. De rug hoort niet smal of slap te zijn.
Standaard; Een rechtere meer gelijkmatige rugbelijning heeft de voorkeur.
Classic; De voorkeur gaat uit naar een iets naar voren aflopende rugbelijning . Als het ware achter iets overbouwd.

Poten.
De poten horen sterk en recht te zijn met middelmatige tot grote botten. Zowel voor als achter goed bespierd. De achterpoten zijn middelmatig gehoekt en staan parallel. Er hoort geen overdreven of gebrek aan hoekingen in de achterpoten te zijn. Kromme poten of koe-hakkigheid is onacceptabel.

Achterkant.
De achterkant van de hond is stevig met goed zichtbare en geprononceerde spieren . Niet zo uitgesproken als in de schouders maar goed in verhouding . De heupen horen niet smal te zijn of onbespierd.

Staart.
De staart is laag aangezet, dik en stevig aan de basis en loopt uit in een punt. De staart hoort de hakken te raken als de hond in rust staat. Gecoupeerde staarten zijn acceptabel. De staart mag niet in een complete cirkel eindigen.

Voeten.
De voeten zijn middelmatig van grootte met sterke aaneengesloten gebogen tenen. De voeten horen niet slap te zijn.

Gangwerk.
De Amerikaanse Bulldog hoort atletisch, met ingehouden kracht en snelheid te bewegen. Alle poten bewegen parallel in de richting waarin het dier loopt, met voorpoten die krachtig bewegen en achterpoten die het lichaam als het ware vooruitduwen. De poten horen niet uitgesproken wijd uit elkaar te bewegen. Zowel voor als achter horen de poten elkaar tijdens het lopen niet te kruisen.
Standaard; Een meer atletisch, strakker gangwerk.
Classic; Een wat rollend gangwerk is toegestaan.

N.B.
Reuen zonder twee testikels, dove honden en gecastreerde dan wel gesteriliseerde honden worden niet op een show toegelaten.
Loopse teven mogen niet geshowd worden en worden niet toegelaten op het show terrein.

Wat te doen als uw hond in beslag wordt genomen:


" Blijf rustig en vraag om welke redenen de hond in beslag wordt genomen.

" Op straat bent u verplicht de papieren te laten zien op verzoek van de politie( niet AID alleen).
Heeft u geen papieren, of heeft u ze niet bij u, dan is de politie gerechtigd de hond in beslag te nemen.

" Bij huisbezoek alleen met huiszoekingsbevel toelaten.
U kunt wel zelf naar binnen gaan om de papieren te pakken en alsnog te laten zien.
Neem niemand mee naar binnen zeker niet als er nog andere honden in huis zijn.

" Hebt u stamboompapieren bij de hond, toon deze dan aan de betreffende personen en weiger uw hond mee te geven.
" Laat u niet afschepen met de mededeling , dat uw papieren vals zijn.

" Hebt u geen stamboompapieren, vraag om uitstel, zodat uzelf een gepaste oplossing kan zoeken en vraag evt. waar zij mee akkoord willen gaan.

" Gaan ze akkoord met uw gevraagde uitstel, neem dan onmiddellijk contact op met UKCE. Zij helpen u onmiddellijk met bruikbare adviezen.

" Blijven ze alsnog bij hun standpunt, vraag dan om de namen van de evt. agenten, AID en medewerkers van de dierenambulance.
Bij agenten kunt u ook vragen om hun personeelsnummer.

" Vraag om een kopie van het proces-verbaal.

" Wordt er ter plekke geen proces-verbaal opgemaakt, weiger dan om uw hond mee te geven, daar zij u dus geen schriftelijke bevestiging kunnen geven van de gronden en redenen van de betreffende inbeslagname.

" Wordt uw hond ter plekke bij u thuis geschouwd door de AID, vraag dan deze persoon om aantoonbaar bewijs en referenties van zijn of haar kwaliteiten en opleidingen als schouwer en meldt, dat u deze eerst zelf wil natrekken in uw eigen tijd, voordat u uw medewerking verleent. Ga niet akkoord met referenties vanuit hun eigen instanties!

" Meldt ook dat u een onafhankelijke schouwer als deskundige bij deze schouwing aanwezig wenst te hebben en neem onmiddellijk contact op met de UKCE.

" Teken onder geen bedding een afstandsverklaring!! nooit en te nimmer!! ook niet als ze u beloftes doen of dreigen met boetes!

" Vraag om een bevestiging of verklaring, die u ter plekke wenst te krijgen, desnoods handgeschreven met!!! handtekening en naam duidelijk leesbaar onder de handtekening, van de in beslag nemende personen, liefst van de AID zelf! dat u uw hond in goede staat hebt meegegeven.
Krijgt u dit niet, weiger dan alsnog uw hond mee te geven.
Ga NIET! Akkoord met de belofte, dat zei u dit toe zullen sturen.
Het is een belofte die zij nooit zullen nakomen.

" Word uw hond dan tegen uw wil alsnog gevorderd, stel dan als eis, dat u zelf de hond naar de dierenambulance loopt of draagt. Maar vraag dan alsnog een verklaring dat u de hond in goed staat hebt meegegeven.
Kijk onmiddellijk wat de naam is van deze dierenambulance en noteer desnoods het kenteken. Laat u dit niet weigeren, u hebt het recht dit te doen.

" Meldt aan alle aanwezigen, dat u een advocaat gaat aanstellen en tegen de inbeslagname in beroep zult gaan en een rechtszaak gaat aanspannen en laat u niet bedreigen met boetes en sancties van politie en AID als u
dit gaat doen.

" Probeer zoveel mogelijk foto,s te maken (ook van de aanwezige personen) gedurende de inbeslagname.

" Neem na de inbeslagname onmiddellijk contact op met de UKCE.
Helaas kunnen wij niks beloven maar wat we wel beloven is dat wij alles in het werk zullen stellen u te helpen en uw hond te redden.

Uitgave van:
www.ukce.nl en www.vwstn.nl

BIJGEVOEGD DE FEITELIJKE TEKST VAN DE RAD.

Regeling agressieve dieren


Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Stb. 1992, 585);
b. minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
c. houder: eigenaar of houder;
d. muilkorf: muilkorf ingericht naar een model dat beantwoordt aan de volgende beschrijving: een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof, of van stevig leer of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de drager geen mens of dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn;
e. kort aanlijnen: aanlijnen van een dier met een deugdelijke lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter;
f. stichting: de Stichting Registratie Gezelschapsdieren Nederland te Apeldoorn;
g. dierenpaspoort: een door de stichting afgegeven en deugdelijk ingevuld dierenpaspoort waarvan het model laatstelijk is vastgesteld door de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 26 februari 1991, no. J 91203 (Stcrt. 1991, 44).

Artikel 2
Als diersoorten en categorieën van dieren, bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de wet worden aangewezen de soorten en categorieën van dieren als bedoeld in de bij deze regeling behorende bijlage 1.

Artikel 3
1. Het in artikel 73, tweede lid, van de wet bepaalde is niet van toepassing, indien:
a. de houder beschikt over een dierenpaspoort dan wel een geldig ontvangstbewijs als bedoeld in artikel 7, derde lid, dat is voorzien van een identificatiemerk waaruit blijkt dat sprake is van een dier dat behoort tot de desbetreffende in bijlage 1 bedoelde soort of categorie;
b. het dier is voorzien van een door middel van tatoeage aangebracht identificatiemerk, dat gelijk is aan het in het dierenpaspoort, bedoeld in onderdeel a, aangebrachte identificatiemerk, en
c. het dier ingeval het zich op een voor het publiek toegankelijk terrein of op het terrein van een ander bevindt, kort is aangelijnd en is voorzien van een muilkorf en de houder het dierenpaspoort of ontvangstbewijs bij zich draagt.
2. Het verbod om een dier in Nederland te brengen, bedoeld om artikel 73, eerste lid, van de wet is niet van toepassing indien voldaan is aan de onderdelen a en b van het vorige lid.
3. Onverminderd het eerste en het tweede lid, is artikel 73, eerste en tweede lid van de wet alleen niet van toepassing indien de houder beschikt over een stamboom van het dier en deze stamboom is erkend door een bij de Fédération Cynologique Internationale aangesloten organisatie.

Artikel 4
Het in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, bedoelde identificatiemerk wordt slechts in het dierenpaspoort geplaatst en als tatoeage aangebracht indien de houder van het dier een door een dierenarts afgegeven en gedagtekende verklaring overlegt waaruit blijkt:
a. dat het dier onvruchtbaar is gemaakt, of
b. dat het dier jonger is dan zes maanden, of
c. dat het dier drachtig is en wat de te verwachten geboortedatum van de pups is.

Artikel 5
1. Het identificatiemerk, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdelen a en b, bestaat ingeval het gaat om een dier als bedoeld in artikel 4, onderdeel a, uit een door de stichting te bepalen kenteken, te weten een tatoeage verdeeld over beide oren, en ingeval het gaat om een dier als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, uit de helft van dit kenteken, te weten de tatoeage in het linker oor.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het kenteken bij honden met oren die daarvoor naar het oordeel van de stichting niet geschikt zijn, in de lies worden aangebracht, met dien verstande dat de helft van het kenteken in de linker lies wordt geplaatst.

Artikel 6
1. Een dierenpaspoort als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, danwel een identificatiemerk als daar bedoeld ingeval de houder van het dier reeds beschikt over een geldig dierenpaspoort, dient binnen tien weken na de datum van inwerkingtreding van deze regeling te worden aangevraagd bij de stichting op een daartoe bestemd formulier. Aanvragen die na het verstrijken van de periode van tien weken door de Stichting zijn ontvangen, worden niet meer in behandeling genomen.
2. Op de achterzijde van het aanvraagformulier, bedoeld in het eerste lid, dient de desbetreffende verklaring te zijn vermeld, bedoeld in artikel 4. Indien de houder van het dier reeds beschikt over een dierenpaspoort wordt dit meegezonden.
3. Indien sprake is van een dier als bedoeld in artikel 4, onderdeel c, dient de houder binnen zeven weken na de geboorte van de pup of de pups voorts een verklaring als bedoeld in artikel 4, onderdeel a, toe te zenden aan de stichting met gebruikmaking van het daartoe bestemde formulier.

Artikel 7
1. Indien sprake is van een dier als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, dient de houder binnen zeven maanden na de geboorte van het dier een verklaring als bedoeld in artikel 4, onderdeel a, toe te zenden aan de stichting met gebruikmaking van het daartoe bestemde formulier.
2. De stichting draagt zorg voor de aanpassing van het identificatiemerk overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, binnen vier weken na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde verklaring.
3. Indien de stichting ten behoeve van de aanpassing het eerder afgegeven dierenpaspoort inneemt, verstrekt zij een ontvangstbewijs waarop de geldigheidsduur is aangegeven.

Artikel 8
Deze regeling kan worden aangehaald als de Regeling agressieve dieren.

Artikel 9
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 1993. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

BIJLAGE 1

HONDEN DIE HIER AAN VOLDOEN VALLEN ONDER DE RAD.

Bijlage 1
Honden van het pit-bull-terriër-type, waaronder wordt verstaan honden die in belangrijke mate voldoen aan de navolgende karakteristieken of in belangrijke mate gelijkenis vertonen met de navolgende afbeeldingen

Algemene omschrijving:
- gespierde gladharige hond
- straalt kracht uit
- atletisch, maar niet zeer slank
- een zwaar front met in vergelijking een lichte achterhand
- van opzij gezien maakt de hond een vierkante indruk
- hoogte (schoft): 35-50 cm


Hoofd:
- geblokt, doosvormig, zwaar in verhouding tot het lichaam
- brede kaaktakken
- brede schedel
- sterk ontwikkelde neusbrug
- het gebied onder de ogen is opmerkelijk breed
- sterk ontwikkelde kauwspieren

Voorsnuit:
- geen spitse snuit

Oren:
- hoog aan het hoofd geplaatst
- tippend of gecoupeerd
- geen rimpels

Ogen:
- rond, diepliggend en betrekkelijk klein
- breed uit elkaar geplaatst

Hals
- gespierd tot aan de schedel
- kort

Borst:
- diep
- ruim gebogen ribben, naar onderen taps toelopend
- breed

Rug:
- gespierd
- kort

Benen:
- de voorbenen zijn recht en maken een zware, solide indruk
- de heupen zijn breed en lang en lopen af in betrekkelijk lange achterbenen

Vacht:
- kortharig

Staart:
- laag aangezet
- dun
- vrij kort in relatie tot het lichaam
- taps toelopend tot een fijne punt
- of gecoupeerd
Trainen of werken met je American Bulldog.

Als je in Nederland met je American Bulldog wilt trainen zal je in eerste instantie niet zoveel problemen tegenkomen. Een puppycursus is vaak geen probleem en de meeste verenigingen nemen je AB pup gewoon op in de training.
Als hij groter wordt en je gaat op voor de Elementaire Gehoorzaamheidscursus zijn er echter soms wel een aantal verenigingen die je de deur wijzen en zeggen dat er bij hun op de training geen "vechthonden" mogen meedoen. Onwetendheid ligt hieraan ten grondslag. Je geloof het in eerste instantie niet maar het gebeurt. Hondenverenigingen zijn soms alleen maar ingespeeld op de gemiddelde Labrador en een hond van het stevigere type wordt dan al gauw gezien als zijnde "gevaarlijk". Uiteraard ben je dan teleurgesteld, respect voor elkaar is echter ook hier op zijn plaats.

Voorkomen is beter als genezen en als u op zoek bent naar de juiste vereniging om te trainen met uw American Bulldog, kunt u beter kiezen voor een vereniging waar men gewend is om te werken met de stevigere hond. Een mooi voorbeeld zijn de Rottweiler verenigingen (kijk even op de website van de Rottweiler rasvereniging voor meer informatie over een Rottweiler werkgroep bij u in de buurt).
Op dergelijke verenigingen weet men hoe men met sterke rassen om moet gaan, wat het belang is van absolute controle, en hoe men dit op de juiste manier moet aanleren.
Uiteraard zijn er ook andere werkhonden verenigingen waar men dergelijke aanpak kan verwachten.

Een American Bulldog is een fijne hond, een getrainde American Bulldog echter is "a dream come true".
Klik hier voor een filmp(je) "Rally O".

Het is niet zo dat de "gewone" honden verenigingen niet de juiste aanpak kennen, maar een American Bulldog is nu éénmaal geen doorsnee hond, geen Golden Retreiver, integendeel, het is een atleet met veel kracht die op de juiste manier in goede banen moet worden geleid.


Vlucht verijdelen.

Naast IPO worden er met American Bulldogs in Europa ook andere sporten beoefend zoals Search and Rescue, Flyball, Agility, Weightpull, Stormbaantraining, Frisbee, etc. etc.

Buiten de reguliere wekelijkse trainingen op verschillende hondenverenigingen zijn er nog de "working events", verspreid door heel Europa.
De ABBC (American Bull Breeders Club, kijk voor meer info op Workingbulls en ga naar ABBC) uit Oosterhout heeft hierin een voorbeeld functie genomen, met veel sportieve evenementen, jaar in jaar uit.

Sinds enige tijd is ook de D.W.D.C. (Dutch Working Dog Clu(h) actief. Op deze club worden reguliere trainingsonderdelen voor de American Bulldog behandeld zoals Sprintrace en Tug 'O War. Daarnaast wordt er ook door een erkende instructeur VZH training gegeven.
De DWDC is nog een jonge club maar de ambities zijn hoog. Ze timmeren hard aan de weg om een toonaangevende workingdog club in Bulldogland te worden.

In Duitsland en de rest van Europa wordt dit voorbeeld nu een beetje overgenomen, en dat komt de American Bulldog alleen maar ten goede.

Good Bulldogging